Molens in Alto Aragón - aceitero

Trillo

Trillo's molen bereik je vlotst vanaf de hoofdweg tussen L'Ainsa en Barbastro. Linksaf in Mesón de Ligüerre de Cinca richting La Fueva en Palo. De weg gaat op en dan weer neer in de vallei van de Río Cinca en begint dan een steile klim over de rug die grenst aan de Fueva. Rijd voorbij de afslag naar Samper. Nu uitkijken voor een dijk rechts langs de weg. Aan het einde geeft een zandweg toegang tot een vlak stuk terrein achter de dijk. Hier kan je de wagen kwijt. De inrit komt vóór het hoogste punt. Aan het verste punt van het plateau begint het pad naar de molen. Er is al vrij vroeg een splitsing waar je de rechter tak moet nemen. Het pad blijft de eerste tijd ongeveer op dezelfde hoogte, maar daarna daalt het tamelijk steil in de Barranco de Salinar de Trillo.

Foto's: 3.viii.2004 en 8.iii.2005

(1) Ingang van de molen.
(2) Binnenkant, deur zichtbaar achteraan links.

De molen staat op een terras aan de basis van het vlakke terrein. De deur zit in één van de korte muren. Erboven steken drie balken vooruit; hier lag vroeger een afdakje. Het vierkant verraadt de plek waar bijna zeker een azulejo zat. Wellicht zoals in Fuendecampo of Nueno (zie bovenaan). Boven het vroegere afdakje vind je ook twee grotere stenen. In beide stenen is een tekst uitgekapt (foto 3, 4).
We lezen AÑO DE 1786 HICIERON lo 13 CASAS DE / TRILLO IDN HEM̊SALINAS waar Dus In het jaar 1786 gebouwd door de 13 families van Trillo en Don Hieronimo Salinas.

Als je binnen bent —na een korte strijd met deur en vegetatie— zal je zeker verwonderd zijn door de grootte van het gebouw. Foto 2 illustreert het enorme formaat van de pers. De kop bevindt zich net naast de ingang (foto 5, dezelfde deur zie je in beide foto's) en één van de kolommen aan de staart zie je rechts. Ik denk dat het nuttig is om snel even zo'n pers van opzij te bekijken (zie Castilsabás).

De pers staat langs de hoogste muur. De caracol (schroefpaal in foto 8) toont hoe hoog de hefboom kon worden opgevezen. Vlak bij het achtereind was een haard om het water te verwarmen. Foto's 6, 7 en 8 tonen verschillende delen van de contraptie. In de periode tussen onze bezoeken in heeft iemand de caracol geroofd. Foei.

Een dikke muur met twee bogen (foto 5, 13) scheidt de pers van de rest van het gebouw. De eerste boog geeft toegang tot de kop van de pers (5, 6): de plek waar de caracol bediend werd om de hefboom op of neer te bewegen. De tweede boog (13) zit in het midden en laat je toe bij de vaten (pilas) voor de verse olie en ook bij de te persen stapel matten met olijfpasta.

(4) Inscriptie op de voorgevel.
(5) Interieur met kop van de pers.

(6)
(7)
(8)

Gemerkt dat enkele van de kolommen van de pers een lange spleet vertonen? (Foto 2 en in Javierre, Lapenilla) Toch bizar voor een eenvoudig hefboom systeem met één scharnier. Dit type pers is wel een ietsje meer ingewikkeld. Foto 8 toont de steunkolom in het midden. De hoofdbalk (viga) rust op de plank die uit de paal steekt. Die plank zit in een spleet en kan verwijderd worden. Het is een tweede kantelpunt. De molenaar wist welk steunpunt hij moest gebruiken voor welk moment van zijn productie.

Onze foto's tonen de viga van de pers in de laagst mogelijke stand. Op de caracol van foto 6 zien we geen draad meer onder de balk. Die hoofdbalk rust op de dwarsligger van foto 8. De staart van de pers hangt vrij (foto 2).

Om te beginnen draait men met schroef (6) het vooreind van de pers omhoog. Het midden van de balk kan alleen maar mee doen en wanneer die op de gewenste positie is wordt de spleet (8) er onder gevuld met dwarsbalken. Schroef (6) wordt nu terug gedraaid en de kop komt weer omlaag. Vermits het steunpunt centraal ligt, moet de staart omhoog. Een dwarsligger in de spleet boven de balk zal het achter­eind blokkeren tegen de top van de spleet achteraan (2). De hefboom bevindt zich nu in de hoogste stand. Als we de spleet onder de balk op­vullen is de scharnier achteraan klaar voor gebruik. Dit is het moment om de matten met olijf­puree te stapelen. Als we de pers nog iets hoger draaien, komt de last los van de planken in het midden (8). Die mogen nu weg. De hefboom schar­niert nu achteraan en naarmate men de kop omlaag schroeft, wordt de olie uitgeperst.

(9) Voorraadkamertjes langs de muur.
(10) Voorraadkamertjes langs de muur.

(11)
(12)
(13)

Het uiterste einde van de constructie is gebruikt voor de kraaksectie: de balsa met ruello (14, koller­gang). Hier werden de olijven gebroken voor ze onder de pers moesten.

Het apparaat is opmerkelijk want het wordt met waterkracht aangedreven. In de meeste molens wordt de steen gedraaid met spierkracht. Andere plaatsen met een dergelijk waterwiel zijn Javierre, Santa Eulalia la Mayor, en vooral Sieste met een heel mooi exemplaar.

Water (zeker hier) laat wel eens op zich wachten en daarom is er een backup systeem voorzien. Foto 12 toont een detail van de as: schuif een paal in het gat en je draait op mankracht.

Meestal hebben balsa's een vlakke bodem uit beton. De rand is laag en soms uit baksteentjes (bijv. Abizanda, Mipanas). De boord hier is veel hoger en samengesteld uit naast elkaar geplaatste platte natuurstenen (15) net als in Sieste.

(14)
(15)

(16) Año 1802.
(17) Año 1933.

(18) Año 18010 se hizo el Ruejo (de ruello is gemaakt in 1810)

 

Vorige halteaceitero padVolgende halte
Inleiding
Leer hoe een molen werkt
Bezoek de molens; catalogus
Literatuur en andere websites
© en e-mail: