De vijver is vrij groot en smal driehoekig (2) en net als de cubo (3) afgeboord met grote op maat gekapte stenen. Het is moeilijk te begrijpen hoe deze configuratie met vijver en drukput van elkaar gescheiden door een weg kan gewerkt hebben. We konden geen enkele verbinding vinden tussen beide en, zelfs als er een verbinding bestond, kon men nooit gebruik maken van de totale volume van de drukput. Toch zeker niet zonder het water op te pompen.
In het begin (4 links) lag de drukput tegen het brede eind van de vijver (iets links van de klimop in 3). Dit is opmerkelijk want gewoonlijk lopen de wanden van de vijver taps naar de cubo toe. Dit vormt echter geen hinderpaal voor de goede werking van het system. Later (4 rechts) zien we de drukput vlak naast de korte zijde van het gebouw en er is geen zichtbaar contact meer met de vijver. We kunnen alleen maar gissen naar de reden van deze verbouwing.
Aan de muren te zien, moet de molen in verschillende fasen gebouwd of verbouwd zijn. Het stuk met de cubo is gebouwd met grote op maat gekapte en zorgvuldig gestapelde stenen. De sectie waar het draaipunt van de pers zich bevindt (3 links, 5), is veel onregelmatiger doordat het gebouwd is met natuurstenen die ruim verschillen in vorm en grootte. Het deel dat het verst weg is van de cubo, toont nóg een andere benadering in het optrekken van muren. Er werden kolommen gestapeld uit gekapte stenen en de ruimte tussen die kolommen werd opgevuld met adobe.
Binnen de muren zijn er nog enkele kolommen en muren die het dak te ondersteunden. Sommige werden gebouwd met gekapte stenen, en andere met dunne baksteentjes.
De kantsteen (6) werd door het water aangedreven. Dat is ongewoon in oliemolens van die streek. In de meeste almazaras werd de kantsteen door een dier rond getrokken. Het onderhuis onder de kollergang (10, 12) is bijna tot tegen het gewelf gevuld met slib, maar voor zover we het kunnen zien verkeert de houten as nog in goede staat. Mogelijks ligt het wiel ook nog in goede gezondheid te rusten onder het slib.
Links en rechts van de as zijn staven zichtbaar (12) die doen denken aan de controlestaven — om het wiel te lichten en te stoppen — in de cárcavo van een bloemmolen. Voor een kollergang zijn ze nutteloos. Eén van de staven kan de waterklep bediend hebben, maar in dat geval moet de sproeikop, de botana, op een zijwand gemonteerd zijn en dat is nergens elders het geval.