Molens in Alto Aragón - aceitero

Trillo

Trillo's molen bereik je vlotst vanaf de hoofdweg tussen L'Ainsa en Barbastro. Linksaf in Mesón de Ligüerre de Cinca richting La Fueva en Palo. De weg gaat op en dan weer neer in de vallei van de Río Cinca en begint dan een steile klim over de rug die grenst aan de Fueva. Rijd voorbij de afslag naar Samper. Nu uitkijken voor een dijk rechts langs de weg. Aan het einde geeft een zandweg toegang tot een vlak stuk terrein achter de dijk. Hier kan je de wagen kwijt. De inrit komt vóór het hoogste punt. Aan het verste punt van het plateau begint het pad naar de molen. Er is al vrij vroeg een splitsing waar je de rechter tak moet nemen. Het pad blijft de eerste tijd ongeveer op dezelfde hoogte, maar daarna daalt het tamelijk steil in de Barranco de Salinar de Trillo.

Foto's: 3.VIII.2004 en 8.III.2005

(1) Watermolen met Trillo en Troncedo.
(2) Oliemolen van Trillo

Het pad naar beneden loopt meestendeels door gemengd bos met vrij dichte ondergroei. Op enkele plaatsen kan je van het pad af om uitzicht te krijgen over de vallei met de molen helemaal beneden. In de verte zie je Trillo-dorp liggen en achteraan de knol met de torenruïne van Troncedo (zwarte pijl).
De molen ligt aan de basis van een vlak terrein aan de samenvloeiing van de Barranco de Sta Brigida met de Barranco de Salinar de Trillo (oude zoutpannen in Salinas de Trillo). De ingang is aan de linker kant. Het meer vind je aan de andere kant.

Voor de cárcavo, dat meest intieme deel van elke molen, loopt je best gewoon stroomopwaarts in de bedding van de B. de Salinar. Als je wat oog hebt voor planten zal de vreemde Coriaria myrtifolia je zeker opvallen. Elders in de streek zal je de soort niet vaak vinden, maar hier staat ze volop. In het Spaans heet de plant Emborrachacabras of die de geiten dronken maakt.

De uitlaat is een mooie boog in verzorgd metselwerk. De cárcavo zelf is veel breder dan je verwacht uit de boog. Het is een wijde ruimte met een excentrisch gemonteerd wiel. (In Javierre de Olsón en Mondot zien we iets gelijkaardigs.)

Het wiel is uit hout; zelfs de as (In Javierre de Olsón is de as in staal.). Het wiel rust direct op het vochtige slib en de schoepen zijn bijna volledig weg gerot. Ik vraag me af of er ooit een tweede wiel geweest is. Naar mijn gevoel is er boven (in de werkplaats) niet genoeg ruimte.

(4) Uitlaat van de cárcavo.
(5) Binnen in de cárcavo.

(6) Cárcavo herbergt één wiel.
(7) Wiel met houten schoepen.

De embalse (het reservoir) rust tegen de achterwand van de cárcavo. Aarden wallen zijn versterkt met steenmuren en metselwerk (foto 11, 12). De saetín (voert water naar het wiel via de botana) bevindt zich zo'n vier meter onder de oppervlakte.

Twee kanalen voerden water aan.
Het kanaal komende uit de Barranco de Sta Brigida mondt uit in een zijkant van het meer. Het is ondiep en is op een hondertal meter van de molen af weg geërodeerd.
Het tweede aanvoerkanaal (foto 9, 10) loopt in de Barranco de Salinar. Het laatste stuk ligt hoog boven de beek. Dit kanaal is over lange afstand terug te vinden, maar dan stopt het. En alhoewel ik daar toch flink wat tijd gespendeerd heb, kon ik geen aftappunt, noch resten van een dam, vinden.

(9) Aanvoerkanaal.
(10) Aanvoerkanaal boven de barranco.

(11) Muur van de molenvijver.
(12) Inlaat = saetín.

Inleiding
Leer hoe een molen werkt
Bezoek de molens; catalogus
Litteratuur en web-links
© en e-mail: