Molens in Altoaragón - aceitero

La Puebla de Castro

La Puebla de Castro is een dorp ongeveer halfweg tussen El Grado en Graus en is wellicht best te bereiken van die laatste plek. Uit Graus naar het zuiden rijden, naar Barbastro, op de A-139 (of N-123a). Je hebt het meer van Barasona op je linker kant. Na een eindje rechtsaf waar de A-2211, Secastilla en Puebla de Castro aangeduid zijn. Bij het dorp kies je de eerste afslag (met de paarse culturele info) naar het dorp als je liefst omlaag loopt naar de molen. Wacht op de tweede afslag als je liever van onderaf aanvalt, vanaf het zwembad. De molen staat op de hoek van de Camino de la Fuente.

Foto's: 11.iv.2017

(1) De oliemolen omgebouwd tot museumsite en met de kerstverlichting er nog aan.

De oliemolen heet Torno nuevo omdat ze gebouwd werd om een oudere molen te vervangen die aan modernizering toe was. Deze nieuwe molen (1) was in dienst van het jaar 1925 tot 1950. ()

Het is goed dat de molen als museum wordt bewaard, maar de huidige opstelling en selectie van items — werden die houten schoolbanken (3) gebruikt in de molen? — wekt duidelijk de indruk dat deze museumsite niet zo belangrijk was en dat het niet al te veel moeite heeft mogen kosten. Maar toch: zeker een bezoekje waard.

Hoewel alle belangrijke apparatuur aanwezig is, vraag ik me toch af of wat we nu zien de originele configuratie was. Het ziet er allemaal een beetje beklemmend uit met heel weinig bewegingsruimte tussen werkstations. Er is geen plek om verse olijven op te slaan die op hun beurt wachten. We missen ook een open haard voor het maken van warm water dat nodig is in het extractieproces. En dan is er de plaats van de pomp die blokkeert wat in het verleden een doorgang moet zijn geweest. Het kan zijn dat dit destijds de opstelling was, maar het zet je aan het denken: is de werkplek niet kleiner gemaakt dan voorheen?

(2) Overzicht van de werkplaats.
(3) De kollergang (torno) met verzamelvat.

De kollergang (3 – 5) is het koninginnenstuk van de opstelling. De rollersteen loopt over een bed samengesteld uit zes ringsectoren (5). De steen is gemonteerd op een as aangedreven door een electromotor aan de andere kant van de kamer (4, achtergrond) via een lint en enkele tandwielen. Ik kon niet dicht genoeg komen om de tanden van elk wiel precies te tellen, maar ik heb toch een poging gedaan: Dit levert een verhouding op van ongeveer 1:28 zonder rekening te houden met de verhouding van de lintwielen (ik schat 1:6). Ik kon geen schakeldoos zien en daarom moet het toerental van de motor de enige manier geweest zijn om de snelheid van de roller te sturen.
Het invoersysteem van de molen is zeer goed bewaard gebleven. Eerst hebben we een houten kist in de vorm van een trechter (3, 5) gemonteerd op dezelfde as als de rolsteen. Deze kist, tolva, is voorzien van een deurtje waarmee de uitstroom van de olijven kan worden geregeld. Een ijzeren ding zorgt ervoor dat de olijven in het pad van de rollersteen blijven.

De resulterende olijvenpasta werd vervolgens in het open kanaal (5) aan de omtrek van het maal­oppervlak geschept en in een opvangvat (3) geduwd door een peddel die meebewoog met de rolsteen.

Gelijkaardige opstellingen kan men zien in o.m. Banastón, Troncedo, of Mipanas.

(4) Aandrijving van de kollergang: electromotor, lint, en tandwielen.

(5) Voedingssysteem van de kollergang.

De pasta werd dan opgeschept en tussen capachos, of esteras, gesmeerd. Capachos (6) zijn dubbelgelaagde schijven die vroeger geweven waren van esparto (het gras Stipa tenacissima), maar later uit synthetisch materiaal gemaakt werden.

Lagen van olijfpasta afgewisseld met esteras werden dan in een wagentje, vagoneta (6) ge­stapeld. Een volle lading werd een pie genoemd, maar het aantal capachos in een pie kon erg verschillen afhankelijk van het soort pers of zelfs de plaatselijke gebruiken. Een goede schatting is dat een pie 3 tot 5 dozijn capachos telde.

Een volgeladen wagentje werd dan in de pers gerold. Een kort stukje spoor — dat zelfs een draaischijf kon bevatten (zie Angüés, of El Grado ) — maakte het gemakkelijker om de last tussen de verschillende stations te verplaatsen

Hier zien we enkel een kort stukje spoor voor en achter de pers (6, 9). Op beide staat een wagentje. Ik vermoed dat dit niet de originele layout is. Het spoor komt niet in de buurt van de kollergang en het verzamelvat voor de gemalen olijven: de wagentjes zullen het werk bijgevolg niet veel lichter gemaakt hebben.

(6) Wagentje = vagoneta.

(7) Naamplaatje op de pers.
De pers en de ondersteunende apparatuur is een typische configuratie verkocht door Gabriel Pujol Parés (of La Maquinista Reusense): een hydrau­lische pers (2) ● een pompsysteem met twee cilinders en automatische kleppen (8) ● de druklei­dingen om beide met elkaar te verbinden (9) ● een electro­motor om de pomp aan te drijven (2) ● twee wagentjes met bijhorende rails (6, 9) en een draaischijf (hier niet gezien).

Gelijkaardige opstellingen van hetzelfde merk kan men zien in Banastón, en Alquézar.

(8) Waterpomp voor de hydraulische pers.
(9) Regaifa.

De pers (2) ziet er zielig uit want ze is om een of andere reden half afgebroken. De rest van de apparatuur ziet er wel in goede staat uit.
De drukleiding tussen de pomp en de pers is ingewerkt in de vloer (9-2) en dat is ook het geval voor een buis (9-1) die de vers geperste olijfolie naar de verzamelvaten (10, 11) buiten voert.

(10) .
(11) Het gat in de hoek is het uiteinde van de buis aangeduid in 9-1.
 

Lees meer over de geschiedenis en de gebruiken omtrent deze molen in de onderstaande referentie (Spaans).
Andere opstellingen van een oliemolen kan men vinden in o.m.: Palo, Panillo, Graus (molen van Castarlenas), Castillazuelo.

Vicente Burrel Guillén — 2016 — El torno viejo y el torno nuevo: los molinos de aceite o almazaras de La Puebla de Castro — https://puebladecastro.blogspot.com/2016/01/el-torno-viejo-y-el-torno-nuevo-los.html — laatste bezoek 25.vii.2023.

Path: Home / Alto Aragón: oude molens / La Puebla de Castro
Inleiding
Leer hoe een molen werkt
Bezoek de molens; catalogus
Literatuur en andere websites
© en e-mail: