Molens in Altoaragón - harinero

Lacabezonada

Lacabezonada is een dorp in La Fueva (Sobrarbe streek) langs de weg van L'Ainsa naar Campo. Komende vanaf de hoofdweg, de weg nemen die onder het dorp langs loopt en verder rijden tot waar de weg eindigt op privé terrein. Iets vroeger begint er rechts een grintweg die de vallei in gaat. Loop naar beneden en je zal weldra het water kruisen. Nu de linker tak kiezen en volgen tot waar de vallei breder wordt en er een aftakking is naar rechts (ong. 400m van de brug af). Het spoor gaat eerst steil omhoog en daalt daarna weer geleidelijk aan naar de molen die circa 500m verder ligt.

Foto's: 29.xii.2011, 22.iii.2016

(1) De molen met de Sierra Ferrera er achter

Verborgen in het landschap aan de voet van de Sierra Ferrera en de Peña Montañesa, is dit zo goed als zeker het beste voorbeeld in de wijde omgeving van een oud type watermolen met horizontaal wiel. Primitiever dan al de andere dorpsmolens zowel door de waterwerken — met een open goot — als door zijn voedingsmechanisme — met een excen­trisch hangende kaar. En beter bewaard dan de enige andere gelijkaardige molen in Ainielle waar de installatie minder volledig behouden is.
Helaas gaat de toestand snel achteruit. Ten tijde van ons eerste bezoek in 2011 stelde de constructie het vrij goed met slechts enkele lekjes, maar niets ernstigs. In 2012 heeft de plaatselijke groep Los Molinos de La Fueva het dak met een groot zeil be­dekt en steunen geplaatst onder de balken. Het hielp weinig, want het dekzeil was weldra met de wind mee gewaaid. In 2016 konden we door het dak de blauwe lucht zien. Als er niet spoedig iets wordt gedaan, verliest La Fueva dit juweel van oude tech­niek. Dat zou bijzonder beschamend zijn.

(2) De molen — let op de steile en open goot rechtsboven

(3) Graveringen op de deur — groter beeld
De molen is een nederig gebouwtje (2) met één kamer. Er is een deur die op het oosten opent en een klein raam op de gebruikelijke plaats boven de cárcavo (12) die naar het zuiden kijkt.

De houten latei boven de deur toont het jaar 1831. De deur zelf is overdekt met talloze graveringen (3). Veel A's en onvolledige Años, enkele initialen (ken­mer­kend gevolg van bezoekers van het foute soort), moeilijk te interpreteren strepen en ook een vrij dui­delijke inscriptie Año 1920 Molino Arinero.

De deurposten zijn van steen en dragen bescher­mende kruistekens. Het zijn er maar enkele, veel minder dan in Foradada del Toscar vlakbij, of Abellada.

(4) Interieur; de paal rechts is de uitschakelhefboom (paradera) — 2016

De maalinstallatie (4, 5) aan de wand tegenover de ingang, neemt ongeveer de helft van de ruimte in. Het platform is vrij laag en beslaat zowat twee derden van de breedte van de kamer. De korte zijde (5) naar het raam toe, is open om plaats te bieden aan de meelkist (harinal) die het verse meel opvangt.
Naast het platform is er een soort bank gemaakt uit gepensioneerde molenstenen (5). Het zijn er uit één stuk, met een diameter van 100 cm en ze dra­gen een zwaaipandscherpsel (9). Ze kunnen heel goed afkomstig zijn uit de groeve van Arasanz waar we afdrukken gevonden hebben met de juiste dimensies. Maar zeker kunnen we alleen zijn na analyse van de steen.

(5) Platform met steenkist, draaibare kaar en meelbak — 2011

(6) schuddebak - canaleta
De molenapparatuur is een schitterend en uniek stuk. Alle andere kleine molens in de streek hebben hun kaar, een omgekeerde piramide (tolva) opge­hangen in een houten kader (caballete), in het cen­trum van de steenkist en het graan valt tussen de stenen via een veel kleinere trechter uit ijzer (zie bv. in Villalangua).

De installatie hier is van een vroeger type met een tolva die buiten het centrum van de stenen hangt. Het graan valt van de kaar in een schuddebak (canaleta) (6) en dan tussen de stenen. Nergens in ons studiegebied hebben we een draaibare kaar gezien. Zelfs niet in Ainielle — het voedingsmecha­nisme ginder is vast aan de muur. Buiten de replica in Los Molinos is dit een uniek stuk. De trechter is gemonteerd op drie punten. Twee armen zitten vast aan de as (5) en ondersteunen de kaar vanaf onderaan. Aan de bovenrand van de tolva steekt een gebogen stuk hout vooruit (8). Dat stuk past in een spleet in de as. Een pin zet het geheel vast.

Verborgen achter de tolva is er een kleine driekan­tige opening in de muur naar het noorden. Door die opening kon de molenaar een oogje houden op de aanvoergoot (11) en het water vooraleer dat in de cárcavo kwam.

(7)
(8)

(9) Afgedankte molensteen: ∅ 100 cm
(10) Overloop met houten deuren

De molen ligt op de nog zeer jonge Río de la Nata, die tijdens zijn korte loop tot aan het Meer van Mediano nog enkele andere molens aandreef (bv Fuendecampo, Fosado, Sam­per). Het kanaal kan vanaf de molen terug gevolgd worden tot aan het begin bij een liefelijke waterval. Enkele meter voor het canal onderbroken is door de zandweg is er een overloop (10). Er zijn enkele balkjes met gleuven voor houten deuren — één ervan zit op zijn plaats, een andere ligt binnen de molen (4).
Vermoedelijk () kon het kleine waterwiel (te zien in 4, 5) in de uitloop gemonteerd worden. Met een slijpsteen op dezelfde as werden dan sikkels gewet. Een gelijke contraptie ligt rond te slingeren in de molen van Fuendecampo.

Het kanaal eindigt in een open goot van verschil­lende meters lang (11) en samengesteld uit houten planken die aan elkaar gehecht zijn met een stuik­naad versterkt met een nagel.

(11) Laatste stuk van het kanaal: een open goot.
(12) Muur op het zuiden met de cárcavo.

(13) Straalafleider (paradera)
De cárcavo moet je gezien hebben —de Michelin Gids zou zeggen Vaut le détour— en is de kleine kans op een natte schoen meer dan waard.

De mond van de cárcavo is vrij smal voor zijn hoogte (12) en de boog is niet helemaal symmetrisch.

Aan de binnenkant is de doorsnede driehoekig (13, 15) en het ziet er naar uit dat maximaal gebruik is gemaakt van de natuurlijke vorm van de rots! Het moet een enorm werk zijn geweest om de schach­ten te boren voor de as van het wiel, voor de licht­stang (levador) en het stop-mechanisme.

De rodete en de árbol (wiel en as, 13) zijn uit hout. Het wiel is werkelijk bijzonder: het is een volle houten schijf samengesteld uit planken (14). De schoepen zijn spie-vormige planken gedreven in spleten in de schijf. Een wiel van dit maaksel heb ik nergens elders in de wijde streek gezien!

Let op het ongewoon hoog aantal palen in de cár­cavo (12). Ze vormen het stop-systeem, de paradera (15 - 17). Gezien de open goot is er geen botana met een klep waarmee de molenaar het water kon afsluiten wanneer de kaar leeg liep, of wanneer een stop voor een andere reden nodig was.

(14) Het wiel: een volle schijf met bladen gemonteerd in spleten.

De paradera is getoond in foto 15. Eerst hebben we de balk met het ene eind in de goot en het andere eind vast aan de paal die van boven komt. Het midden van die eerste balk is vast gemaakt aan een balk die de cárcavo dwarst en dient als kantel­punt. Het vrije eind van deze eenvoudige hefboom van de eerste klas is verzwaard met stenen.
In de getoonde situatie (13, 15) blijft het wiel in rust want het water wordt in alle richtingen verspreid. Het is pas als de molenaar, van zijn plek naast het plat­form, de regelpaal (4, links) naar beneden drukt, dat het vrije eind van de hefboom omhoog komt. Het wa­ter verlaat de goot dan in een nette straal met genoeg gerichte energie om het wiel te doen draaien. ()

(15) Rodete (wiel), paradera (water-afleider) en puente (pasbrug) met aliviador (lichtstang)

(16)
(17)

 Molino de Lacabezonada —geraadpleegd in V.2017— SIPCA - Sistema de Información del Patrimonio Aragonés: website op www.sipca.es

 Een ander soort paradera kan men zien in de molen van Pedro Buil in Sarsa de Surta.

Vorige halte – harinero padVolgende halte
Path: Home / Alto Aragón: oude molens / molen van Lacabezonada
Inleiding
Leer hoe een molen werkt
Bezoek de molens; catalogus
Literatuur en andere websites
© en e-mail: