Ten tijde van ons bezoek bleef er niet veel over van de molen. Het was niet uit te maken waar precies
het gebouw met de installaties zich moet bevonden hebben. Zelfs een grondige studie van oude luchtfoto's bracht geen soelaas.
We waren zeker vlakbij, want op een vlak stukje grond vonden we een hoop oud hout en dat
bleken balken van de oude pers te zijn (2, 3). De molen van Juseü was uitgerust met een van die reusachtige cantilever persen
van weleer.
†
Tussen de resten herkenden we de virgenes —de vertikale balken van de pers—, de tuerca —een houten blok met een opening voor de schroef—, en trabones
—korte balkjes met een handvat om de hefboom te regelen. Er lag ook nog een oude ruello, een pletsteen (4), rond te slingeren.
Aan de voet van de heuvel, net buiten het dorp, stond een informatiepaneel (5) met alles wat men kon zien en doen
in en rond het dorp. Er stond een foto op van twee rechte balken die deel kunnen geweest zijn van een (de?) cantilever pers, maar ik ben niet
helemaal zeker, want voor zover ik zie, zitten de spleten aan de verkeerde kant. Naast nog twee schetsen is er verder geen uitleg
over het vak van oliepersen.