Foto's: 20.VIII.2013, 22.III.2016
werkplaats | Vellino |
Toendertijd waren batterijen in volle evolutie. De herlaadbare loodbatterij was ontdekt in 1859 en werd sterk verbeterd naar het einde van de eeuw. Ontploffingsmotoren waren nog niet goed genoeg en daardoor reden meer dan een derde van alle automobielen rond de eeuwwisseling op electriciteit.
Electrische motoren waren sneller en krachtiger dan ontploffingsmotoren en ze gaven de voertuigen een grotere autonomie. Electrische auto's zouden erg populair blijven tijdens het eerste decennium van de 20ste eeuw, maar dat zou snel veranderen nadat de Ford-T op de markt kwam. Die had een betrouwbare motor op benzine. Toen Cadillac ook nog eens met een startmotor kwam, was de toekomst van de verbrandingsmotoren verzekerd.
Men zou eerst 3 prototypes maken: een auto, een vrachtwagen en een bus, waarvoor ze zelfs al een geïnteresseerde klant hadden, nog voor ze wat tastbaars konden tonen.
Ze hadden veel krachtiger batterijen nodig en dat bleek een bijzonder moeilijk probleem. Vellino haalde er
(geboren in Genève) bij, maar het hielp niets en uiteindelijk waren ze genoodzaakt om te werken met de batterijen die er waren. Toen de bus gepresenteerd werd aan de verzamelde pers sloeg het noodlot toe. Het vehikel, met Vellino aan het stuur, viel bijna onmiddellijk stil en ze kregen het niet meer aan de praat. Deze gebeurtenis, met dan nog eens een algemene staking in Catalonië erbij, betekende het einde van het La Cuadra avontuur.
De firma overleefde hem en vanaf 1942 zouden de gebroeders Javier en Martín Sanglas eerst onder licentie Vellino motoren produceren vooraleer zij met hun motocicleta N-1 op de markt kwamen. Het was de eersteling van wat een befaamd merk zou worden.
werkplaats | Vellino |